Tips voor (online) redactievoering
Communicatie vanuit verenigingen naar leden gaan tegenwoordig veelal via online communicatiemiddelen: de email nieuwsbrief, website, What’s App en social media. Hoewel dat een stuk sneller en directer gaat dan de vroegere papieren post, nemen ook de digitale middelen tijd om goed te creëren voor de vrijwilligers. Ook gezien het feit dat je vaak afhankelijk bent van input vanuit andere mensen/commissies binnen de vereniging.
Onderstaand een aantal praktische tips voor een beter lopende redactie en een prettig leesbaar resultaat.
Organisatie
Structuur
Creativiteit
Een bezoeker van een website gedraagt zich heel anders dan iemand die de nieuwsbrief scant. Je moet goed nagaan voor welke doelgroep je schrijft en welke informatie je waar wilt laten zien of terugkomen. Zo heb je bijvoorbeeld vaste content op je website.
Zo kan een potentieel nieuw lid op zoek zijn naar algemene informatie over honkbal/softbal/beeball/baseball5 bij jouw club of meteen al naar het aanmeldformulier willen navigeren. Zoeken leden naar competitie informatie, standen en statistieken. Ouders naar mogelijkheden voor vrijwilligerswerk. En kan een bezoekend team bijvoorbeeld op zoek zijn naar informatie over eventuele afgelastingen, contactgegevens van of parkeergelegenheid bij het ontvangende team.
Je kunt er in ieder geval van uit gaan dat iedere bezoeker snel wil vinden waar hij of zij voor naar de website gaat. Zorg dus dat het menu helder is en teksten kort, prettig leesbaar en goed ‘scanbaar’ zijn. De Universiteit van Leiden heeft hiervoor vijf handige tips opgesteld:
1. Val met de deur in huis
Zet de belangrijkste inhoud bovenaan de pagina. Begin niet met een inleiding, met achtergrondinformatie of de historie van het onderwerp, maar ‘val met de deur in huis’. Geef bovenaan de pagina direct aan waar het om gaat: begin met de belangrijkste of meest actuele informatie en maak duidelijk wat de bezoeker op deze pagina kan verwachten.
2. Houd de ‘zoekvraag’ van de bezoeker voor ogen
Een bezoeker komt meestal met een concrete ‘zoekvraag’ op een website. Probeer je te verplaatsen in de doelgroep van jouw website en bedenk mogelijke zoekvragen van bezoekers. Houd bij het schrijven van webtekst steeds voor ogen: is deze informatie relevant, welke zoekvraag beantwoordt mijn tekst? Probeer aan te sluiten bij de belevingswereld en informatiebehoefte van de doelgroep. Met andere woorden: stel jezelf niet de vraag ‘Welke informatie wil ik aanbieden op mijn website?’, maar: ‘Welke informatie zoekt de doelgroep op mijn website?’.
3. Schrijf ‘scanbaar’
Bezoekers ‘scannen’ een webpagina snel, op zoek naar trefwoorden die aansluiten bij hun zoekvraag (een beetje vergelijkbaar met het ‘koppen snellen’ in een krant). Als een bezoeker niet snel vindt wat hij zoekt, is hij weer weg. Speel hierop in met overzichtelijke en ‘scanbare’ teksten:
|
|
|
|
|
|
|
|
4. Schrijf beknopt, helder en aantrekkelijk
Houd het kort, schrap zo veel mogelijk overbodige zinnen en woorden. Maak het helder en concreet, geef voorbeelden. Vermijd ambtelijk taalgebruik en jargon. Zet beleidsteksten, brochureteksten, regelingen en dergelijke niet zonder meer op een webpagina, maar bewerk deze tot korte, ‘scanbare’ webteksten. Bied zo nodig daarnaast de volledige tekst aan als pdf, zodat de bezoeker het document alsnog kan printen.
Spreek de bezoeker waar mogelijk ook rechtstreeks aan.
Niet:
Wel:
Schrijf niet in lijdende vorm, maar formuleer actief.
Niet:
Wel:
5. Gebruik betekenisvolle linkteksten
Het moet duidelijk zijn voor bezoekers waar een link op een webpagina naartoe leidt. Als je in lopende tekst of bijvoorbeeld onderaan een paragraaf verwijst naar een andere webpagina, gebruik dan betekenisvolle, informatieve linkteksten.
Niet:
Wel: