9 april 2020

Al bijna een decenium zet André Flicken zich in voor het G-Honkbal in Nederland. Na gestart te zijn met lessen in het sepciaal onderwijs, is hij nu coördinator bij de KNBSB. In een openhartig gesprek vertelt hij over het belang en de hindernissen omtrent het G-Honkbal. 'Zonder regelmaat gaat het mis.'

Tekst: Olle Smits van Waesberghe

"Al sinds 2011 houd ik mij bezig met G-Honkbal", begint André Ficken zijn relaas. "Na mijn periode in het speciaal onderwijs, heb ik een G-team opgezet bij Saints in Rotterdam. Ik kende al wat mensen binnen de KNBSB en kwam Roy Vink tegen. Hij is manager Sportontwikkeling. Alle aangepaste spelvormen vallen onder zijn paraplu. Ik vroeg aan hem waarom er nog geen aanspreekpunt was voor G-Honkbal binnen de KNBSB. Er was toen nog niemand die zich daar specifiek mee bezighield. Uiteindelijk vroeg Roy aan mij of ik interesse had om landelijk coördinator te worden."

Als coördinator houdt Ficken zich voornamelijk bezig met allerlei activiteiten rondom het G-Honkbal, die van buitenaf worden georganiseerd. "Alles wat niet door een vereniging georganiseerd wordt, coördineer ik", legt hij uit. "Verder houden de clubs mij op de hoogte van alles wat er binnen de verenigingen gebeurt."

Weinig interesse
En er gebeurt veel rondom het G-Honkbal. Zo staat op 19 september 2020 de jaarlijkse DKF Landelijke G- honkbaldag in Hilversum weer op het programma. Toch ziet André Ficken ook de nodige hindernissen. Zo telt Nederland momenteel 160 honkbal- en softbalverenigingen, waarvan er slechts zeven G-Honkbal aanbieden. "De grote interesse is er nog niet. Veel verenigingen zullen er waarschijnlijk nooit bij stil hebben gestaan dat er überhaupt G-Honkbal is. Wij hebben echter zoveel mogelijkheden om aangepast sporten aan te bieden. Pak de telefoon en bel mij. Pak de computer en mail mij. Ik kan je in een avond alles uitleggen."

Contacten leggen
Het blijkt dus lastig om G-Honkbal bij de verenigingen te introduceren. Dit is echter niet het enige obstakel wat overwonnen moet worden. Een vereniging kan erg enthousiast zijn over G-Honkbal, maar het is van belang om contacten te leggen met instellingen waar gehandicapten overdag verblijven of waar ze wonen. Hoe doe je dat? "Dat is geen heel erg moeilijke vraag, maar het daadwerkelijke doen is arbeidsintensief. Allereerst is het belangrijk om binnen de doelgroep het onderscheid te maken tussen thuis wonend en niet thuis wonend. De doelgroep die thuis woont, kun je benaderen via scholen voor speciaal onderwijs of organisaties in de lokale gemeenten die zich bezig houden met sporten voor kinderen en volwassenen met een beperking. Deze scholen en organisaties zijn bij de gemeente bekend en daar kun je ook contact mee leggen. Om deze kinderen en volwassenen bij de vereniging te krijgen, zijn de ouders en/of d everzorgers de belangrijkste sleutel. Zij zijn meestal degenen die de sporters bij de vereniging ophalen en brengen."

Vervoer en begeleiding
Ficken vervolgt: "Het deel van de doelgroep die niet thuis wonend is maar begeleid woont of in een instelling, is overdag vaak aan het werk bij een bedrijf of werkt bij een dagbesteding. De instellingen en de dagbesteding zijn ook bekend bij de gemeente en daar zijn ook contact gegevens te vinden. Bij dit deel van de doelgroep liggen er andere drempels die weggenomen moeten worden voordat ze bij de vereniging kunnen komen. Vervoer van en naar de vereniging, beschikbaarheid van begeleiding en het toedienen van medicatie bijvoorbeeld. Als die drempels niet worden gladgestreken, kan zo iemand niet komen honkballen. Organisaties die zijdelings met de doelgroep verbonden zijn zoals revalidatiecentra en fysiotherapie kunnen ook een ingang zijn."

Goede communicatie is essentieel. "Dingen waarvan wij normaal gesproken zouden zeggen dat het geen probleem is, kan voor deze doelgroep iets zijn waardoor ze af zouden kunnen haken. Het continu zoeken naar oplossingen, bij het spel en ook buiten het veld, is iets dat nauw verbonden is aan het omgaan met deze hele leuke doelgroep. Alles wat je er aan energie en tijd in stopt krijg je weer terug in plezier,  dankbaarheid en enthousiasme."

Regelmaat
Ondanks alle hindernissen ziet André Ficken voldoende lichtpunten en blijft hij het belang van G-Honkbal onderstrepen. "G-Honkbal geeft een mogelijkheid tot sporten, sociale interactie en het groeien van zelfvertrouwen. Het biedt een leuke bezigheid aan mensen met een geestelijke en/of een licht motorische beperking. Gelukkig zijn verenigingen over het algemeen goed in staat om begeleiding te regelen. Daarbij is het belangrijk dat de begeleiders feeling met deze doelgroep hebben. Ze moeten rust uitstralen en er elke week zijn. Er is regelmaat nodig. Zonder regelmaat gaat het mis."