Opleidingsplicht Umpire 3

Lees hieronder alle informatie over de opleidingsplicht voor verenigingen  

  1. Aanleiding

Onze sport kampt al jaren met een tekort aan (goede) wedstrijdofficials om alle wedstrijden door gekwalificeerde scheidsrechters te laten leiden en door gekwalificeerde scorers te laten begeleiden. De huidige groep veroudert en heeft onvoldoende nieuwe instroom om het aantal dat nodig is op peil te houden. Voor de bond en verenigingen is het wekelijks een uitdaging om alle wedstrijden van scheidsrechter(s) en scorer(s) te voorzien, waardoor extra inzet wordt gevraagd van het huidige korps. De bond voorziet dat als er geen actie wordt ondernomen het tekort de komende jaren blijft toenemen en de beschikbaarheid blijft afnemen. 

Om hiervoor een oplossing te kunnen ontwikkelen heeft de bond in 2018 een projectgroep samengesteld met een vertegenwoordiging van de scheidsrechters en scorers, zowel topcompetitie als wedstrijdsport, die een Deltaplan Officials opstellen. Het Deltaplan richt zich op de kwaliteit en kwantiteit van zowel de verenigingsofficials als bondsofficials. 

Het Deltaplan Officials gaat uit van een verbreding van de basis door het vergroten van het aantal honkbal- en softbalofficials bij de verenigingen dat vervolgens moet leiden tot een toename van het aantal bondsofficials: 

  1. Werving, ontwikkeling, kwaliteitsbewaking en behoud van officials. 
  1. De randvoorwaarden om bovenstaande mogelijk te maken, waaronder de inzet van kader dat hiervoor nodig is. 

De projectgroep heeft onder andere de volgende beleidslijnen benoemd om het doel te realiseren: 

  • Het belang en de rol van de official binnen de vereniging en bond zichtbaar en aantrekkelijk maken. 
  • Inzetten van een ‘Regionaal Coördinator Officials’ (RCO) als aanspreekpunt voor de verenigingen in het eigen cluster of in het geval van een groot cluster in de eigen regio op het gebied van officials. 
  • Inzetten van regionale scouts die in hun regio op zoek gaan naar talentvolle (jonge) scheidsrechters. 
  • Verenigingen stimuleren een ‘Officialcoördinator’ (OC) bij de vereniging te benoemen die midden in de vereniging staat, zijn/haar leden kent en het aanspreekpunt is voor de verenigingsofficials en de RCO. 
  • Jeugdleden vanaf 16 jaar verplichten een gecombineerde Umpire 2 en Scorer 1-kwalificatie te halen. 
  • Een opleidingsplicht voor verenigingen. Bij inschrijving van een team in bepaalde klassen in de competitie is men verplicht voor de vereniging een scheidsrechter op te geven voor de Umpire 3-opleiding. 

De opleidingsplicht voor scheidsrechters is als eerste onderdeel van het Deltaplan uitgewerkt omdat we een groeiend knelpunt aan de top zien dat niet snel genoeg kan worden opgelost door de werving van nieuwe beginnende scheidsrechters bij de verenigingen. Via de opleidingsplicht realiseren we een toename van het aantal gediplomeerde scheidsrechters. Dat moet (door stimuleren) leiden tot voldoende geïnteresseerde scheidsrechters die als bondsscheidsrechter kunnen worden ingezet. Zonder actie op korte termijn bestaat het risico dat wedstrijden in de hoogste competitieklassen (het visitekaartje van de sport) niet meer op een goed niveau kunnen worden geleid. Dit is in beperkte mate al voorgekomen in 2019. 

De projectgroep benadrukt dat dit niet betekent dat de overige onderdelen van het Deltaplan Officials niet worden opgepakt. Het oplossen van een acuut probleem aan de top van de piramide heeft immers geen zin als niet ook de basis wordt versterkt. Er is dus sprake van parallelle trajecten. Het instellen van een opleidingsplicht is niet alleen urgent, maar kan ook op relatief korte termijn tot resultaten leiden. 

  1. Inleiding

Een inventarisatie in het laatste kwartaal 2018 bij acht (team)sportbonden wijst uit dat al deze acht bonden kampen met een tekort aan officials. Zeven van deze bonden op een bepaald moment hebben gekozen om een opleidings- en/of leveringsplicht voor verenigingen te hanteren. Zeven van de acht bevraagde bonden zeggen, na jarenlange ervaring, dat de opleidingsplicht en/of leveringsplicht voor hen de beste manier is om alle wedstrijden te kunnen als bemensen en dat zij geen andere manier hebben kunnen bedenken om op basis van (meer) vrijwilligheid tot een voldoende resultaat te komen. 

De inrichting van de opleidings- en/of leveringsplicht bij de betreffende bonden verschilt, onder andere vanwege omvang en type sport. Ook binnen de projectgroep, de Commissie Wedstrijd Officials (CWO) en het Bondsbestuur worden geen andere oplossingen gezien die op de gewenste termijn tot voldoende resultaat zullen leiden. Daarom heeft het Bondsbestuur in 2019 besloten, vanwege het eerder benoemde tekort aan officials in de hoogste klassen, vanaf het seizoen 2020 een opleidingsplicht in te stellen voor verenigingen die uitkomen de hoogste vier honkbalklassen en hoogste drie softbalklassen (zie paragraaf 3a). Daarmee hebben de verenigingen mede de verantwoordelijkheid voor het laten opleiden van scheidsrechters. 

 

  1. Opleidingsplicht

De KNBSB richt zich op een lange termijn oplossing door te kiezen voor het opleiden van meer mensen die wedstrijden kunnen leiden op de hoogste niveaus. 

Een vereniging uitkomend in de onder paragraaf 3a. genoemden klassen dient voor ieder seniorenteam dat in de betreffende klassen uitkomt minimaal één scheidsrechter per drie jaar te laten opleiden tot U3-niveau met als doel deze vervolgens ook als bondsscheidsrechter in te kunnen zetten. 

  1. Betreffende klassen:
  • Voor honkbal gelden de hoogste vier klassen, te weten Hoofdklasse, 1e klasse, 2e klasse en 3e klasse. 
  • Voor softbal gelden de hoogste drie klassen, te weten Hoofdklasse, 1e klasse en 2eklasse. 
  1. De volgende randvoorwaarden gelden:
  • De vereniging is verantwoordelijk voor het aanmelden van een scheidsrechter volgens de drie toelatingseisen voor de Umpire 3-opleiding. 
  • De deelnemer is minimaal 16 jaar. 
  • De deelnemer is lid van de KNBSB. 
  • De deelnemer heeft een Umpire 2-diploma of een Level 2-diploma ‘oude stijl’ of de deelnemer beschikt over aantoonbare Eerder Verworven Competenties (EVC) of Kwalificaties (EVK) om direct in te kunnen stromen. 
  • Een door de vereniging aangemelde scheidsrechter telt voor maximaal één opleidingsplicht. Heeft een vereniging meerdere teams in de onder 3a. genoemde klassen, dan dienen meerdere personen te worden opgegeven bij de bond. 
  • De scheidsrechter kan maar voor één vereniging voldoen aan de opleidingsplicht. 
  • Van de vereniging wordt verwacht dat zij deze en/of andere reeds op Umpire 3-niveau gekwalificeerde scheidsrechters stimuleren om als bondsscheidsrechter te gaan optreden. 
  • Wanneer een door de vereniging voor de Umpire 3-opleiding aangemelde scheidsrechter niet binnen de gestelde tijd zijn diploma behaalt (18 maanden na de start van de opleiding), dient de vereniging een nieuwe kandidaat (extra) aan te melden voor de opleiding. Degene die de Umpire 3-opleiding in 2020 of 2021 is gestart, dient de opleiding in 2023 af te ronden.  

C. Sanctie: 

De invoering van een opleidingsplicht heeft alleen zin als deze wordt gehandhaafd. Daarvoor is een sanctie nodig. Wanneer een vereniging geen of te weinig scheidsrechter aanmeldt voor de Umpire 3-opleiding, dan wordt bij de vereniging een boete van € 165 per opleidingsplicht per jaar in rekening gebracht. Dit boetebedrag komt in een ‘opleidingspot’ terecht die ten goede komt van het opleiden van wedstrijdofficials. In het geval van meervoudige sancties zal het Bondsbestuur overwegen tot een andere of hogere sanctie over te gaan. In het geval de opleidingsverplichting niet het beoogde resultaat oplevert, dan wordt overgegaan op een Leveringsplicht (verplicht leveren van een scheidsrechter met een Umpire 3-diploma). 

  1. Umpire 3-opleidingen

Het opleidingstraject tot Umpire 3-scheidsrechter bestaat uit zes workshops met praktijkopdrachten. Deelnemers kunnen uitstromen als honkbal umpire, softbal umpire of als honkbal- en softbal umpire. In het laatste geval dienen workshop spelregels en Methodiek HB en SB te worden gevolgd. De Umpire 3-opleiding wordt afgerond met een Proeve van Bekwaamheid (PvB), één wedstrijd plaat en één wedstrijd veld. Het portfolio bestaat uit de praktijkopdrachten die horen bij de onderstaande workshops en een overkoepelende portfolio-opdracht op basis van de eigen ervaringen als scheidsrechter in wedstrijden. Het programma van de opleiding is als volgt:  

Zaterdag 1:

  • Workshop 1: Introductie – Leiderschap. (HB en SB)
  • Workshop 2:  Spelregels 1. (HB)

Zaterdag 2:

  • Workshop 2:   Spelregels 1. (SB)
  • Workshop 3:   Mentale Weerbaarheid/Game Handling. (HB en SB)

Zaterdag 3:

  • Workshop 4:   Methodiek Theorie. (HB)
  • Workshop 5:   Spelregels 2. (SB)

Zaterdag 4:

  • Workshop 4:   Methodiek theorie. (SB)
  • Workshop 5:   Spelregels 2. (HB)

Zaterdag 5:

  • Workshop 6: Methodiek Praktijk. (HB)
  • Examen: Spelregels (HB)

Zaterdag 6:

  • Workshop 6: Methodiek Praktijk. (SB)
  • Examen: Spelregels (SB)

Afronding:

  • Bewijzen van Bekwaamheid (portfolio maken)
  • Proeve van Bekwaamheid (leiden van twee wedstrijden: plaat en veld)

Praktijkexamen: Wedstrijden in de praktijk (juni, juli, augustus, september 2023)

 

  • 5. Gediplomeerd Umpire 3 

Dit diploma opleiding is de basis om door te kunnen stromen naar de Umpire 4-opleiding, waarmee wedstrijden op het hoogste niveau kunnen worden geleid. 

Een gediplomeerd Umpire 3 scheidsrechter wordt gestimuleerd om, naast de inzet bij de eigen vereniging, zich minimaal tien wedstrijden per seizoen als bondsscheidsrechter in te zetten, indien mogelijk in de eigen regio (geen lange reisafstanden) op het niveau 1e en/of 2e klasse. Deze inzet is ‘altijd’ in combinatie met een andere, ervaren bondsscheidsrechter. Voor deze inzet ontvangt de bondsscheidsrechter een onkostenvergoeding. In de nabije toekomst zien we hier ook de ondersteuning van een Regionaal Coördinator Officials. 

  1. Q & A

2.Q: Een vereniging moet in de betreffende klassen per deelnemend team iedere drie jaar een scheidrechter laten opleiden. Als een vereniging meerdere deelnemers voor een opleidingsjaar opgeeft, krijgt een vereniging daarmee een veelvoud van het aantal deelnemers vrijstelling van de Opleidingsplicht (bijvoorbeeld bij drie deelnemers negen jaar vrijstelling)?   

A: Nee niet een veelvoud, de Opleidingsplicht gaat uit van een langere termijn gedachte waarbij continue meer scheidsrechters worden opgeleid en niet van een korte termijn injectie. De vereniging krijgt wel per extra deelnemer het recht op een extra jaar vrijstelling.  

Voorbeeld:  

-  Stel een vereniging schrijft niet één deelnemer maar twee deelnemers in voor de Umpire 3-opleiding die allen hun diploma halen. Dit geeft de vereniging recht op drie plus één is vier jaar vrijstelling (een extra jaar).  

- Stel een vereniging schrijft niet één deelnemer maar drie deelnemers in voor de Umpire 3-opleiding die allen hun diploma halen. Dit geeft de vereniging recht op drie plus twee is vijf jaar vrijstelling (twee extra jaren).  

3.Q: Een vereniging schrijft eerder dan verplicht, binnen de drie jaar vrijstelling vanwege een eerdere deelname waarmee een diploma is behaald, opnieuw een deelnemer in voor een Umpire 3-opleiding. Telt dit mee voor de Opleidingsplicht?   

A: Ja, door deze deelname schuift de vrijstelling op tot drie jaar na deze laatste inschrijving, ervanuit gaande dat de deelnemer zijn/haar diploma behaalt.  

4.Q: Een vereniging die tijdens het lopende seizoen niet met de Opleidingsplicht te maken heeft gehad promoveert naar een klasse waarvoor de Opleidingsplicht geldt. Moet de vereniging direct een deelnemer inschrijven voor de Umpire 3-opleiding?  

A: Nee, de vereniging krijgt een jaar de tijd om dit te organiseren en moet pas het tweede jaar te voldoen aan de Opleidingsplicht.  

5. Q: Kan een U3-gediplomeerde scheidsrechter die vanuit de Opleidingsplicht is opgeleid jeugd- en seniorenwedstrijden in lagere klassen voor de eigen vereniging scheidsrechteren?  

A: Ja, de bond stimuleert juist dat de U3-gediplomeerde scheidsrechters wedstrijden voor hun/haar eigen vereniging scheidsrechteren, maar moedigen tegelijkertijd ook aan dat zij tenminste tien wedstrijden ingezet kunnen worden als bondsscheidsrechter. 

6. Q: Kan een U3-gediplomeerde scheidsrechter die vanuit de Opleidingsplicht is opgeleid voor de eigen vereniging worden ingezet als bondsscheidsrechter?  

A: De bond streeft ernaar de U3-gediplomeerde scheidsrechters als bondsscheidsrechtere zo veel mogelijk in te zetten bij wedstrijden in de eigen regio, waardoor de reistijd zoveel mogelijk wordt beperkt. 

7. Q: Krijgt een vereniging die voldoet aan de Opleidingsplicht voorrang bij het toewijzen van scheidsrechters?   

A: De afdeling Competitiezaken gaat zoveel als mogelijk rekening houden met verenigingen die wel of niet voldoen aan de Opleidingsplicht. 

8. Q: Ontvangt een U3-gediplomeerde scheidsrechter die vanuit de Opleidingsplicht is opgeleid bij zijn/haar inzet als bondsscheidsrechter een onkostenvergoeding?   

A: Ja, de U3-gediplomeerde scheidsrechters die vanuit de Opleidingsplicht is opgeleid en door de afdeling Competitiezaken wordt ingezet ontvangt de reguliere vergoeding die geldt voor bondsscheidsrechters (https://www.knbsb.nl/verenigingen/informatie/contributies-en-heffingen).