Over softbal

Softbal is een dynamische teamsport, waarin plek is voor iedereen. De combinatie van gooien, vangen, slaan en rennen maakt dat softbal een sport is waarin je altijd iets (of meerdere dingen) vindt waarin je sterk bent. Met een mooie vangbal, een goede worp en een goed geplaatste slag of zelfs homerun kun jij op elke leeftijd en elk niveau uitblinken en lever je tegelijkertijd een belangrijke bijdrage aan jouw team. Want elke positie is belangrijk, maar je hebt elkaar als team nodig om te kunnen winnen. En het belangrijkst in softbal (en sport in het algemeen): spelplezier staat altijd voorop! 

Softbal vs. honkbal 
Softbal lijkt op honkbal, maar er zijn een aantal duidelijke verschillen. Zo is het veld kleiner en de bal waarmee wordt gespeeld is groter, (iets) zachter en geel. De bal en het veld in softbal zijn aangepast om het spel sneller en dynamischer, maar ook veiliger en toegankelijker te maken.  

Het kleinere veld zorgt voor meer actie, de gele bal is makkelijker te zien en omdat de bal groter is, kun je hem beter te raken – wat gezien de reactietijd die je hebt door de kortere werpafstand, zeker nodig is. Dit alles maak het spel leuk en geschikt voor een breed publiek, zowel om te spelen als te kijken. Softbal is een buitensport, maar kan ook indoor gespeeld worden. Wat het bijvoorbeeld een aantrekkelijke sport maakt om op scholen aan te bieden. 

 

"Doordat je (tijdens training) op verschillende posities staat , ben je altijd in beweging, blijf je leren, word je continu uitgedaagd. En iedereen hoort erbij. Dat maakt softbal zo leuk.”

Wat is softbal 

Softbal is een balsport, waarin techniek, tactiek, atletisch vermogen en (mentale) kracht samen komen in individuele prestaties en teamspel. Het is een snelle, attractieve sport die geschikt is voor alle leeftijden en niveaus. Wat het spel leuk maakt? 

  • Softbal is een individuele teamsport: met jouw persoonlijke acties kun je uitblinken, maar je hebt elkaar en elkaars vertrouwen nodig om te kunnen winnen. Elke positie is daarbij belangrijk. 
  • Techniek en coördinatie: precisie en timing zijn belangrijk om goed te kunnen vangen, gooien en slaan. Door te softballen train je jouw hand-oog coördinatie. Iets waar je ook in het dagelijks leven en in andere sporten veel aan hebt.   
  • Tactiek: speelsters ontwikkelen een goed spelinzicht – Wie staat er als slagvrouw? Wat gebeurt er op de honken? Waar moet de bal heen als jij hem krijgt? Je leert om situaties goed in te schatten, slim te reageren en een paar stappen vooruit te denken.  
  • Mentale kracht: je moet er staan op het moment dat het ertoe doet en het koppie niet laten hangen als je een keer drie slag tegen krijgt. Een volgende keer kun je zo weer een winnende bal slaan. Dit mentale stuk, waarbij je leert wat falen is en hoe daar mee om te gaan, is waardevol voor de rest van jouw leven.  
  • Fysiek: softbal is, door de combinatie van activiteiten, goed voor je lijf. Denk alleen al aan het benodigde atletisch vermogen om in beweging een bal te vangen en te gooien, de kracht om een bal over het hek te slaan of veertig ballen op hoge snelheid te gooien.  
  • Snelle actie: het kleinere speelveld maakt het spel snel en dynamisch. 
  • Spanning: elke slag, worp of veldactie kan het spel veranderen. Het is een sport van slimme zetten, spannende momenten en onverwachte wendingen. Wist je ook dat softbal, naast honkbal en cricket, de enige grote teamsport is waarbij er geen klok is die de duur van de wedstrijd bepaalt?  
  • Toegankelijk: de sport is voor iedereen. Softbal omarmt de regenboog en mensen met alle posturen. Softbal is niet alleen een sport, maar ook een sociale activiteit waarbij je een hechte groep vormt met andere speelsters en spelplezier voorop staat.  

Beste zomersport 
Softbal wordt in de lente en zomer gespeeld; een echte buitensport (hoewel het ook indoor gespeeld kan worden!). En wat is er nu fijner dan buiten spelen met vrienden? Vrienden die je bij softbal voor het leven maakt. Softbalspeelsters vormen een hechte community, voor welke club je ook speelt.  
 
Softbal wereldwijd   
Softbal is een teamsport die wereldwijd wordt gespeeld op competitief en recreatief niveau. De Verenigde Staten, Japan, verschillende landen in Latijns-Amerika, Australië, en in Europa Italië, Tsjechië en natuurlijk Nederland zijn grote namen in het softbal en landen waar op verschillende niveaus competities worden gespeeld. In Nederland is de sport in competitieverband kleiner, maar op internationaal niveau speelt Team Kingdom of The Netherlands Women’s Fastpitch Softball, als één van de sterkste Europese landen, mee in de wereldtop.  


De basis(regels) in het kort
 

Hoe ziet een softbalveld eruit? Welke posities zijn er binnen een team? Wat is de opzet van een softbalwedstrijd? En wat zijn in het kort de basisregels– hoe kun je punten scoren en hoe maak je spelers uit? 

Hoe ziet een softbalveld eruit? 
Een softbalveld heeft een opvallende vorm, dat lijkt op een diamant of kwartcirkel. Het speelveld bestaat uit een binnenveld (infield) en een buitenveld (outfield). 

Het binnenveld wordt gevormd door de vier honken in een vierkant:  

  • de thuisplaat – dit is waar de slagvrouw staat en waar je terugkomt nadat je over alle honken bent gegaan;  
  • het eerste honk; 
  • het tweede honk; 
  • het derde honk. 

Dit komt precies overeen met een honkbalveld, alleen is het veld kleiner van formaat. De afstand tussen de honken is 18,3 meter. In het midden van het binnenveld, bevindt zich de pitchercirkel met daarin de pitcherplaat. De pitcher moet bij de start van de worp met beide voeten contact hebben met de plaat en vervolgens binnen de cirkel de bal hebben gegooid. De afstand tussen pitcherplaat en thuisplaat is 13,11 meter. 

Buitenveld 
Buiten het gravel binnenveld, ligt het buitenveld – een groot grasveld. Het gehele speelveld wordt gemarkeerd door lijnen en de homerun-omheining. De lijnen lopen van de thuisplaat via de buitenkant van het eerste honk naar de omheining en vanaf de thuisplaat via de buitenkant van het derde honk naar de omheining. Deze lijnen zijn de zogenaamde foutlijnen. Wanneer de bal buiten de lijnen wordt geslagen is dat een fout-bal. Als de bal over de omheining wordt geslagen en dus niet meer gevangen kan worden, dan is het een homerun. 

Posities in het veld 
In het softbal heb je een aanvallende partij (het slagteam) en een verdedigende partij (het veldteam).   

Het slagteam probeert de bal het veld in te slaan om vervolgens via de drie honken weer terug te komen bij de thuisplaat en zo een punt voor het team te scoren.  

  • Bij het slagteam is er een volgorde van 9 slagmensen opgesteld. Zij komen om de beurt aan slag, tot het veldteam drie uit heeft gemaakt.   
  • In sommige gevallen (op de hogere niveaus) slaan de pitchers niet en is er een aangewezen slagvrouw om het slagteam te complementeren. Deze speelster is dan niet actief in het veldteam.  

Bij softbal zijn er negen veldposities: 

  1. Pitcher – de werper die de bal onderhands gooit. 
  2. Catcher – de vanger die achter de slagvrouw zit. 
  3. Eerste honk (1B) – verdedigt het eerste honk. 
  4. Tweede honk (2B) – staat tussen eerste en tweede honk. 
  5. Derde honk (3B) – verdedigt het derde honk. 
  6. Shortstop – tussen tweede en derde honk. 
  7. Left fielder – buitenveld links. 
  8. Center fielder – buitenveld midden. 
  9. Right fielder – buitenveld rechts. 

Iedere speelster heeft een eigen rol en moet samenwerken met het team om de tegenstanders uit te schakelen.  

Opzet van een softbalwedstrijd 
Softbal wordt gespeeld tussen twee teams van elk negen spelers. Als team probeer je punten (runs) te scoren door de bal te slaan, over de honken te rennen en veilig de thuisplaat te bereiken. 

Tijdens een wedstrijd worden (in principe*) 7 innings gespeeld. Een inning bestaat uit twee helften. Een helft van een inning is afgelopen als het veldteam drie spelers van het slagteam uit heeft gemaakt. Na drie uit, wisselen de teams van rol: het veldteam gaat aan slag en het slagteam gaat het veld op.  

Het bezoekende team start altijd de inning met de slagbeurt.  

  • De slagbeurt begint wanneer een speelster van het aanvallende team aan slag komt.  
  • De werper (pitcher) van het verdedigende team werpt de bal met een onderhandse, snelle worp richting de slagvrouw (batter), die probeert de bal met haar knuppel weg te slaan.  
  • Als de slagvrouw de bal goed raakt, probeert zij naar het eerste honk of, als mogelijk, verder te rennen. De slagvrouw wordt zo honkloper. 
  • Wanneer de bal niet geraakt wordt, is daar de catcher om de bal af te vangen.   
  • Het doel is om als honkloper langs het eerste, tweede en derde honk te lopen, zonder dat de veldspelers je ‘uit’ maken. Op de honken ben je veilig.  
  • Als je uiteindelijk de thuisplaat (home plate) weet te bereiken, heb je een run gescoord voor jouw team.  

De winnaar van de softbalwedstrijd is het team met de meeste runs aan het einde van de laatste inning. Elke speelster die veilig de thuisplaat passeert, scoort een punt. Als beide teams na zeven innings evenveel punten hebben, kan het spel doorgaan in extra innings tot er een winnaar is.   

*) In principe omdat in het geval dat het verschil in punten vrijwel niet te overbruggen is, de mercy rule wordt toegepast. Dat geldt wanneer er sprake is van 15 punten verschil in de derde inning, 10 in de vierde inning of 7 in de vijfde inning. In dat geval wordt de wedstrijd gestopt. Op sommige niveaus wordt er op tijd gespeeld in plaats van een vastgesteld aantal innings.   

Hoe scoor je punten?  
Een punt wordt gescoord wanneer een speelster:  

  1. alle honken in volgorde passeert (1-2-3),  
  2. veilig (zonder uitgemaakt te worden) terugkeert naar de thuisplaat.  

Je kunt meerdere punten in één keer scoren wanneer er al speelsters op de honken staan, op het moment dat iemand een goede slag maakt. De meest spectaculaire manier om te scoren is via een homerun: als de bal buiten het speelveld wordt geslagen, kunnen de slagvrouw en eventuele andere honklopers alle honken in één keer passeren (zonder uitgemaakt te kunnen worden) en scoren.  

Hoe word je ‘uit’ gemaakt?  
In softbal draait het niet alleen om punten scoren, maar ook om de tegenstander uitschakelen, oftewel: iemand ‘uit’ maken. Dat kan op verschillende manieren gebeuren:   

  • Drie slag (strikeout): Als de slagvrouw drie keer niet - of misslaat op goede worpen (slag/ strikes), ben je uit. Het is een slag wanneer de bal over het gebied van de thuisplaat en tussen de knie en oksel van de slagvrouw wordt gegooid en de speelster niet slaat. Wat binnen en buiten deze slagzone valt, is aan de scheidsrechter die achter de plaat staat.  
  • Wanneer de slagvrouw naar de bal slaat, ongeacht of deze zich binnen of buiten de slagzone bevindt, maar mist.  
  • Wanneer de slagvrouw de bal fout raakt en deze niet binnen de lijnen van het veld belandt. De foutbal telt alleen bij een eerste en tweede slag, na de tweede slag tellen fout geraakte ballen niet meer mee als slag.  
  • Een worp die geen slag is en niet door de batter wordt ‘geslagen’, wordt een wijdbal (ball) genoemd. Als de pitcher 4 wijd gooit, mag de slagvrouw doorgaan naar het eerste honk. Dit wordt een ‘walk’ genoemd.  
  • Vangbal (catch): als de slagvrouw de bal slaat en een veldspeler de bal direct uit de lucht vangt (zonder dat deze de grond raakt), is ze uit. Andere lopers op de honken moet terug naar hun oorspronkelijke honk voordat ze worden getikt.  
  • Tik uit (tag out): als een veldspeelster een loper met de bal aanraakt terwijl die tussen de honken loopt en niet op een honk staat, is de loper uit. Om een ​​loper uit te tikken, moet de veldspeelster de loper tikken met de softbal of met de handschoen die de softbal vasthoudt.  
  • Gedwongen uit (force out): als een loper verplicht naar het volgende honk moet en een veldspeler de bal eerder op het honk heeft (voet op het honk en controle over de bal), is de loper uit.  
  • Te ver van het honk af staan/ honk stelen: als een honkloper een honk probeert te stelen of te ver van het honk staat, kan de werper of catcher ze mogelijk uitgooien. In dit geval moeten ze de loper tikken.