Oud-speler Marwin Kleinmoedig nu al scheids in Overgangsklasse: 'Ik ben brutaal geweest'

22 oktober 2020

 

Beginnend scheidsrechter Marwin Kleinmoedig kende een spectaculaire start van zijn scheidsrechterscarrière. Na eerder speler te zijn geweest in de Hoofdklasse, debuteerde hij onlangs als scheidsrechter in de Overgangsklasse. Toch is dat nog niet genoeg, want de ambities van Kleinmoedig zijn torenhoog: “Ik stel doelen voor mijzelf om het uitdagend te houden.” 

 

Tekst: Olle Smits van Waesberghe 

 

Allereerst: 3 oktober tot en met 11 oktober was de week van de scheidsrechter. Heeft u daar iets van gemerkt?
“Nee. Daar heb ik weinig van gemerkt. Ik denk dat de huidige omstandigheden omtrent corona er ook niet aan bij hebben gedragen. Maar het zou fijn zijn geweest als er meer aandacht aan besteed zou worden. Scheidsrechters komen over het algemeen alleen in het nieuws als ze een verkeerde beslissing tijdens een wedstrijd hebben genomen. Dat vind ik jammer.”

Scheidsrechters krijgen inderdaad veel over zich heen, zeker als ze een verkeerde beslissing hebben gemaakt.
Heeft u ook weleens nare ervaringen gehad als scheidsrechter?
“Vijftienjaar geleden nam ik een kampioenswedstrijd voor de pupillen onder mijn hoede tussen Sparta/Feyenoord en ADO Den Haag. Tijdens die wedstrijd werd ik fysiek aangevallen door een jeugdspeler van ADO. Hij probeerde mij te slaan en te schoppen. Na de wedstrijd kwam zijn vader naar mij toe en bood z’n excuses aan. Maar dit was eigenlijk de enige negatieve ervaring die ik tot nu toe heb meegemaakt.”

U was zelf ooit speler die uitkwam in de hoofdklasse en nu staat u ineens aan het begin van uw scheidsrechterscarrière. Waarom wilde u scheidsrechter worden?
“Ik heb altijd gezegd dat ik scheidsrechter wilde worden, maar dan wel als ik helemaal klaar zou zijn als speler. Vorig jaar was mijn laatste seizoen als speler/coach en toen ben ik begonnen met de cursus. Voordat ik begon zeiden een aantal collega’s van mij dat ik scheidsrechter moest worden. Ze dachten dat ik het niveau aankon. Ze zeiden dat ik rustig ben, spelinzicht heb en dat ik mijzelf goed kon inleven in bepaalde situaties. Ik dacht altijd: dat zullen we nog wel eens zien. Uiteindelijk bleken de wedstrijden mij vrij gemakkelijk af te gaan. Misschien heb ik gewoon geluk gehad.”

U bent nog maar kort bezig als scheidsrechter, maar u heeft onlangs al uw debuut gemaakt in de overgangsklasse. Iets wat zelden voorkomt. Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?
“Ik ben brutaal geweest. Als ik geen aanstelling had, dan vroeg ik gewoon of ik bepaalde wedstrijden onder mijn hoede kon nemen. Eén daarvan was toevallig een wedstrijd in de overgangsklasse. Het was een combinatie van geluk en brutaal durven zijn. Maar uiteindelijk doe ik het omdat ik er plezier aan beleef.”

En wat maakt het scheidsrechtersvak zo leuk?
“Ik loop in totaal al zo’n 35 jaar rond in de wereld van het honkbal. Eerst als speler en nu als scheidsrechter. Als scheidsrechter blijf ik toch betrokken bij de sport die ik liefheb. Sommige dingen moet ik nog afleren. Ik denk nog te veel als een speler. Maar ik kan dat tijdens wedstrijden goed verbergen.”

Wat wil u bereiken als scheidsrechter?
“Ik wil een internationale scheidsrechter worden. Ik zou graag een Olympische Spelen of een wereldkampioenschap willen meemaken. Maar voor nu is mijn grootste uitdaging om actief te zijn in de Hoofdklasse. Ik stel deze doelen voor mijzelf op om het uitdagend te houden, maar ik doe het omdat ik het leuk vind.”